En toen was het alweer tijd voor ons laatste verslag van Vietnam…

De op één na laatste bestemming in Vietnam was Mui Ne, waar we opnieuw per bus naartoe zijn gereisd. Het was laat in de middag toen we aankwamen. Na ons “resort” te hebben gevonden en wat was naar de laundry-service te hebben gebracht, hebben we een hapje gegeten bij een Mexicaans restaurant en zijn we vervolgens terug naar onze kamer gegaan om ons op te laden voor de volgende dag…

Ontbijt was niet inclusief, dus hebben wij bij een plaatselijk supermarktje een broodje ham en een yoghurtje gekocht. Vervolgens zijn we per scooter, de wijde omgeving gaan verkennen. Mui Ne staat namelijk bekend om haar zandduinen, dus hier zijn we allereerst naar op zoek gegaan. Maar, om hier te komen hadden we brandstof nodig, welke wij langs de kant van de weg konden kopen. Oké, nu kon ook onze scooter er tegenaan!

Voor wij bij de zandduinen kwamen, verlieten wij op een gegeven moment de verharde wegen voor een onverharde weg, om een kijkje te kunnen nemen bij een aanlegplaats voor vissersboten. Dit was echter van korte duur, want de stank was niet te harden. Maar ik heb in ieder geval een mooie foto kunnen nemen, waarop de je stank gelukkig niet meekrijgt 😉

Toen we verder reden zagen we dat men de gevangen vis, langs de weg te drogen legde. Hier nog op een soort rasters, later zelfs gewoon op het asfalt. Na een tijdje werd dit dan bij elkaar op een hoopje geveegd.

Na nog een korte stop bij een tempel in aanbouw, was het dan echt tijd voor de ‘witte zandduinen’. Om toegang te krijgen tot de duinen, werd echter wel weer geld gevraagd. Mede omdat er drinken te verkrijgen was achter de toegangspoort, besloten we de entree toch maar te betalen. Het was erg warm en met beide een drankje in handen, waren we niet gelukkiger te krijgen.

Na deze verfrissing zijn we een kort stukje de duinen ingeslenterd. Bas en Eline waren de enige toeristen in de hele woestijn, want ja… het was 13.00 uur, het heetste tijdstip van de dag. Dit was ook wel te merken aan de temperatuur van het zand, dus na wat bezweette selfies, kozen wij het hazenpad. 
Na de witte zandduinen, was het de beurt aan de rode zandduinen. Bas zag de figuurlijke bui al hangen, Eline moést die duin op. Helaas voor ons was het geen letterlijke bui, want ook hier was het stikheet. Waar ik een fijne wandeling voor ogen had, werd het niet meer dan een korte beklimming. Hierbij probeerde ik, op mijn slippertjes, Bas zijn voetstappen te volgen, zodat de brandblaren op mijn voeten tot een minimum beperkt konden blijven. Ik ben de heuvel vervolgens heel charmant afgerénd. Maar toen kwam het ergste nog, het zwart leren zadel van de scooter met mijn korte broekje… Zoals mem zou zeggen: Efkes troch de soere apel hinne bite.

Yes, we waren aangekomen bij Fairy Stream, wat ons deed denken aan ‘t Blôde Fuottenpaad. We kwamen bij een beekje, waar wij doorheen konden lopen. Ah, eindelijk een beetje verkoeling dachten we. Maar… het beekje was warm! Desalniettemin, voelde het veel beter aan onze voeten dan het hete zand. Terwijl we tegen de stroom van het beekje in liepen, hadden wij links zicht op de veelal roodgekleurde rotsen (vergelijkbaar met de wanden van Grand Canyon, maar dan in miniatuur). Ook passeerden wij hier een daar een groepje koeien. Aan het eind, of juist aan het begin van het beekje (het is maar hoe je het bekijkt), kwamen we bij een waterval. Vervolgens konden we weer helemaal terug. Onze buikjes begonnen al wat te rammelen, dus hebben we gepauzeerd bij een plek waar ze knapperige crêpes maakten, met als vulling suiker en vermalen pinda’s. Heerlijk! 

Terug in het ‘centrumpje’ hebben wij een restaurantje opgezocht, waarbij een zwembad aanwezig was. 
De volgende ochtend was het tijd om te beginnen aan onze laatste ritje met de bus. Van tevoren weer vlug een ontbijtje gehaald; yoghurt met bananen. Het duurde de man te lang voor hij het geld zag, dus riep hij ongeduldig: “Money!”. Tsja, dat Engelse woord kennen de Vietnamezen wel…
Bas vraagt zich op dit moment hardop af hoe ik het voor elkaar krijg zoveel te vertellen over Mui Ne, teruglezend is dat inderdaad al aardig veel. Gauw verder naar Ho Chi Minh City, waar wij na ongeveer zes busuren aankwamen.
Al gauw hadden wij het hostel gevonden, zodat wij onze spullen konden dumpen en ‘s middags de stad een beetje konden verkennen. Bas zei nog zo: “we hoeven niet alles vandaag te bekijken, we hebben hier nog meerdere dagen”, dat is alleen niet gelukt. We zijn zo een beetje alle populaire bezienswaardigheden bij langs gegaan, inclusief dure shopping malls. Op het plein nabij de City Hall, troffen wij een particuliere bewaker die ons aanhield voor een praatje. Tegen Bas zei hij op een gegeven moment dat als hij van het andere geslacht was geweest, hij het wel had geweten. Hij vond Bas aardig en mooi, zei hij. Deze waardering voor Bas ging gepaard met de nodige aanrakingen.

‘s Avonds spraken we af met Koen, een ex-studiegenoot van Bas, die toevalligerwijs op hetzelfde moment in Saigon verbleef. Reden genoeg voor een biertje, al helemaal omdat een biertje in het backpackersgedeelte maar 30 eurocent kostte. Na lekker bijgekletst te hebben met Koen en zijn vrienden, werd het voor hen tijd om hun bed op te zoeken. Ze hadden al een paar slechte nachten gehad en moesten de dag erna weer vroeg. Mietjes!;) 

Een tweede toeval kwam om de hoek kijken; Sweachster Johan en zijn vriendin Lisa arriveerden ook bij de bar. Wij waren hen in Hoi An ook al tegengekomen op het strand. Omdat wij hen wel zagen, maar zij ons niet, heb ik hen wat propjes aluminiumfolie toegeworpen. Eindelijk herkenden zij ons en ook nu werden de nodige appelsapjes genuttigd. We eindigden de avond in een discotheek.
Voor de volgende ochtend hadden we een bezoek aan het oorlogsmuseum gepland. Met onze katerige hoofdjes versleepten we onszelf naar het museum. Daar aangekomen werden we meteen wat opgewekter, want wat was het interessant! Buiten stonden gebruikte, Amerikaanse legervoertuigen, binnen vond je (soms schokkende) foto’s en informatie over de oorlog. We moesten vrij rap door het museum heen, want het ging om 12.00 uur dicht. Tegen twaalven werd dit ons ook goed duidelijk gemaakt.

‘s Middags was het de beurt aan de Chu Chi Tunnels. Dit zijn tunnels die gebruikt werden door de Vietcong tijdens de Koude oorlog. We hebben gezien welke boobytraps zij gebruikten in hun strijd tegen de Amerikanen en we hebben zelf mogen ervaren hoe het is om door de tunnels te kruipen. Vrij beangstigend; zo’n krappe ruimte! Maar hé, wij zijn ook wel wat groter dan de Vietnamezen.
De volgende dag, brachten wij een bezoek aan de Mekong Delta. Eerst moesten wij twee uren rijden met de bus, waarna wij op een boot stapten zodat wij een aantal eilanden in de Mekong Delta konden bezoeken. Op het eerste eiland dat wij bezochten, werden bijen gehouden. Ik werd uitgekozen om mijn vinger in de honinggraat vol bijen te steken en de honing te kunnen proeven. Gelukkig heb ik een pake die imker is en dus wist ik dat ik niet bang hoefde te zijn voor de bijen. De honing was lekker, maar viel in het niet bij pake’s honing. Vervolgens hebben we fruit (dragon fruit, papaja en ananas) gegeten onder het genot van liederen over het leven in de Mekong Delta. Vanuit hier stapten we op een kleinere boot om de ‘water-kokosnoten’ van dichtbij te bekijken en om een plek te bezoeken waar men kokossnoepjes maakt.

Na de lunch stapten we op een roeibootje, waar wij de bekende Vietnamese hoeden op mochten. Vanuit hier gingen we weer op de grote boot en van de grote boot stapten we in de bus, die ons naar de bestemming voor die nacht bracht. Dit was een Homestay, waar we onze eigen springrolls mochten maken. Van de groep eerder vandaag waren we, samen met een Engelse dame, de enigen die voor de Homestay hadden gekozen. Met zijn drieën hebben we er een gezellige avond van gemaakt, waarbij de rice wine/happy water niet mocht ontbreken.
Een beetje versuft werden we de volgende dag wakker. We moesten al vroeg op (06.00 uur!) voor onze tweede dag in de Mekong Delta. Omdat we moesten wachten op de rest van de groep, mochten wij een kijkje nemen bij een lokale markt. Er was een lichte brakheid te bekennen. Volgens de Engelse dame, woonachtig in Spanje, was de beste remedie: BIER! Zo gezegd, zo gedaan. Om 08.00 uur zaten wij aan het bier (Sorry Auke, Froukje, Arend en Dieneke). Nadat wij ons weer bij de groep hadden aangesloten, bezochten wij een floating market en in de middag gingen we langs een noodlefabriek en een rijstfabriek. Dit waren meteen ook de laatste activiteiten in de Mekong Delta. Een busrit van drie uren bracht ons weer terug in Ho Chi Minh Stad. 
Op onze één na laatste dag, besloten we nog wat te shoppen. Bas kon wel wat nieuwe kleren gebruiken. Dit is goed gelukt. Bas heeft er een nieuwe korte broek bij, twee t-shirts, een polo, een overhemd en drie boxers. En het staat hem super! 

Voor de verandering hadden we bedacht om ‘s avonds Indiaas te gaan eten, nadat ik volledig de plank mis had geslagen als navigator kwamen we aan bij Baba’s. De tent zat helemaal vol, waardoor wij bij de Amerikaanse Alex aan tafel werden gezet. Eerst waren wij in de veronderstelling dat we hier wachtten tot ons tafeltje klaar was, maar een ander tafeltje kwam er niet. Dit was geen probleem, want we raakten gezellig in gesprek met Alex. Hij vertelde dat hij docent literatuur was aan een Amerikaanse school in Saigon. Omdat het om een private school ging, was het vooral de elite die er naar school ging. Naast werk hebben we het over nog véél meer koetjes en kalfjes gehad, tot Alex er op een gegeven moment weer vandoor moest, aangezien hij de volgende dag gewoon weer voor de klas moest staan. Wij aten vervolgens onze heerlijke curry’s op, kregen nog een soort rijstepap na en vroegen de rekening. Toen de ober bij ons terugkwam deelde hij mede dat onze rekening al was betaald, door Alex! Wij stonden versteld van dit enorm aardige gebaar en baalden dat we Alex er niet voor hadden kunnen bedanken, daarom hebben wij een brief achtergelaten bij het restaurant. Zo hebben wij hem toch nog kunnen laten weten hoe zeer wij het op prijs stelden.
De dag erna was onze laatste dag in Vietnam aangebroken. ‘s Avonds 21.40 uur vlogen we van Ho Chi Minh Stad naar Singapore en vervolgens van Singapore naar Perth. Eergister kwamen wij vroeg aan, na een nacht met weinig slaap. Alles gaat goed met ons en we zijn druk op zoek naar een auto die ons veilig door Australië kan verplaatsen. We hebben genoten van Azië en zijn nu ontzettend benieuwd wat Australië ons gaat brengen.

We keep you posted!

Liefs,

Eline