Tasmanië  vernoemd naar de in Lutjegast geboren zeevaarder Abel Tasman.

Vanaf Cairns vlogen we via Melbourne naar de hoofdstad van Tasmanië, Hobart. Onderweg moesten we ons nog maar wat inlezen over het gebied want we wisten er nog mar weinig van. Daarnaast hadden we ook veel informatie van mijn nichtje ontvangen, die Tasmanië al eens bezocht heeft. Zo konden we in Hobart een voorlopige planning maken.
Onze tour de Tasmania startte met drie dagen Hobart. Wat wij speciaal vonden aan deze stad was de gezellige haven, waar een aantal klassieke schepen lagen. Toch was de Salamanca markt, die alleen op zaterdagen is, het indrukwekkendst. Vele kraampjes waar je van alles kon kopen, zelfs oliebollen. Die kon ik natuurlijk niet laten liggen. Ook het bezoeken van Mount Wellington was de moeite waard. Vanaf hier hadden we een prachtig uitzicht over de stad.
Na deze dagen werd het tijd om onze campervan op te halen. We hadden, net zoals de vorige keer in Cairns, weer bij Wicked gehuurd. We kregen nou een prachtig beschilderde campervan mee, die al bijna 500.000 km had gedraaid en achterop de tekst ‘Honk if you’re hung like a donkey’ had staan. Vrij vertaald betekent dit ‘toeter als je groot geschapen bent’. Uiteraard werd er vaak naar ons getoeterd. Eline beantwoordde dit elke keer met een glimlach en een knipoog.
Nadat we de auto hadden opgehaald reden we richting Port Arthur, dit is ten zuid oosten van Hobart. Onderweg bezochten we als eerste een blowhole, genaamd Eaglehawk Neck. Deze was niet zo spectaculair als we ons voorstelden aangezien we al eerder een blowhole hadden gezien aan de westkust. De prachtige kliffen die er ook te zien waren maakten ons bezoek toch de moeite waard. Hierna hervatten we onze reis naar de nabijgelegen Devils Kitchen, een ingestorte rotsboog. Een bijzondere vertoning! Het hoogtepunt van de dag was de Remarkable Cave. Doordat het laagtij was konden we door de grot lopen, die door de zee was uitgeslepen. De volgende dag stond de eerste echte lange wandeltocht op het programma, genaamd Shipswreck Bluff. Onderweg hadden we een prachtig uitzicht over de kliffen op de zee en uiteindelijk arriveerden we na 2.5 uur bij een verlaten strand. De terugweg was vooral voor Eline erg pittig maar na een aantal positieve aanmoedigingen van mijn kant hebben we het samen gered om veilig terug te komen. In totaal hebben we een dikke 5 uren gehiked!
We vervolgden onze weg richting het Freycinet National Park, waarin de bekende Wineglass Bay gelegen is. Werkelijk een prachtig plaatje, check de foto’s. Onderweg hadden Eline en ik een verhitte discussie waarom het nou Wineglass Bay heette, is het nou omdat het op een wijnglas lijkt of omdat het water zo kristal helder is als een wijnglas? Uiteindelijk won ik de discussie. Oordeel zelf aan de hand van de foto’s. We hadden gelezen dat we in het volgende plekje, St. Helens, pinguïns konden spotten. Dit kon op een eilandje zo’n 100 meter voor de kust. Hier kon je alleen heenlopen als heb eb was. We hadden geluk, het was eb op het moment dat we aankwamen. Uiteindelijk hebben we een aantal pinguins gezien van een vrij grote afstand, wat dan wel weer jammer was. Maar we hebben ze gezien;).
We reden door naar de Bay of Fires, een prachtige rotsformatie met de kleur van (je raadt het al) vuur. We hadden alleen pech dat het slecht weer was daarom besloten we om door te rijden, richting Scottsdale. Eline had hier een gratis camping gevonden, waar we voor het eerst sinds een week konden douchen (iewll) en waar we het vogelbekdier konden spotten. Om op de camping te komen moest de poort worden geopend, de sleutel konden we ophalen bij de supermarkt er tegenover. Aangekomen zei de cassière dat ze geen sleutels meer had en adviseerde ons om een camping gast te vragen. De grap was dat je voor een plek met elektriciteit 15 dollar betaalde en zonder elektriciteit was het gratis. De man en vrouw die Eline vroeg om de poort te openen geloofden niet dat het gratis was en waren pis nijdig hierover. Gelukkig bleef Eline rustig en vroeg ze het nogmaals lief en toen deed die gozert eindelijk de poort open. Nadat we onze camper geparkeerd hadden, gingen we meteen opzoek naar het vogelbekdier. En ja hoor, al na 5 minuten hadden we er eentje in de smiezen en hebben we hem een aantal keer gezien. Helaas is het beest te kort boven water om een goede foto te nemen. Maar ook dit dier kunnen we weer afstrepen.
Via Launceston zijn we naar Cradle Mountain gereden, de toeristische trekpleister van Tasmanië. We kwamen in de middag aan en besloten als voorproefje de Dove Lake trail te doen, een relatief gemakkelijke loop van 6 kilometer. Een goede opwarmer voor de volgende dag waarin we een flinke hike zouden gaan doen! Eline had bedacht dat zij bij deze walk voorop zou lopen, zodat ik de volgende dag voorop kon lopen. Ze weet het wel te bedenken, en ik ben nog akkoord gegaan ook. Onderweg zagen we trouwens nog twee wombats. Helaas waren we het fototoestel vergeten, hier balen we nog van. De volgende dag stonden we om 7 uur op om de acht uur durende hike te doen met als ultiem doel de Cradle Mountain beklimmen. Het weer zat helaas niet mee. Het miezerde, het waaide en het was koud. Na 2 uur geklommen te hebben, kwamen we aan bij Marion’s lookout. Het uitzicht zou adembenemend moeten zijn, maar wij zagen alleen maar wolken. Hier hadden we de keus om nog hoger te klimmen naar de top van de Cradle Mountain, welke via klim en klauter werk over gladde rotsen zou kunnen worden bereikt of doorlopen en een rondje maken. Wij kozen voor het laatste vooral omdat het koud was, enorm waaide en we al niks van de omgeving konden zien door de wolken. Later klaarde het gelukkig iets op, dit leverde een aantal mooie plaatjes op (zie de foto’s). Deze track hebben we in 5 uur afgelegd. Prima tijd dacht ik zo.

Via Devonport reden we door naar Stranley, waar we ‘the Nut’ konden beklimmen. Dit was een enorm stijle maar korte beklimming wat (alweer) prachtige uitzichten opleverde. We verbleven de nacht bij een camping die bij een pub hoorde. Het was zaterdag avond, wat betekende live-music. Hier hebben we ons die avond dan ook kostelijk vermaakt.
Vanuit hier zakten we weer naar beneden richting het zuiden van Tasmanië.
Als eerste kwamen we de waterval Montezuma tegen. Er was een gemakkelijke (gelukkig) wandeling van 3 uur (heen/terug) voor nodig om hier te komen. De wandeling ging dwars door het tropisch regenwoud, hier had vroeger een trein door heen gelopen voor het vervoer van de producten die uit de mijnen werden gehaald.
Via het plaatsje Strahan reden we naar de Hogarth Falls en de Donaghys Hill. Vooral de waterval bij laatstgenoemde was mooi! We belanden na verloop van tijd bij Lake St. Clair. Hier stond een pittige hike van 5 uren op het programma. Deze hike viel ons tegen. We hadden gehoopt op mooie uitzichten en meren, maar helaas. Wel hebben we twee Tiger slangen gespot, welke uiterst gevaarlijk zijn. We vervolgden onze weg naar de Russel Falls, hier kwamen we in de namiddag aan. Er werd ons vertelt dat we avonds ‘glow worms’ konden zien. Ik mocht daarom van Eline iets langer opblijven, met resultaat; we hebben ze gezien! En tientallen possums, die op oorlogspad waren in het donker. De volgende dag hebben we een wandeling gemaakt bij de falls en zagen we naast de waterval ook enorm grote bomen.
Ons laatste activiteit van Tasmanië was het bezoeken van Bruny Island, hier gingen we heen met de ferry. Jullie raden vast al wat we daar gedaan hebben?! Ja juist, een wandeltocht. Ok dit leverde weer mooie plaatjes op.
De tijd was aangebroken om ons klaar te maken voor vertrek naar Sydney, waar we Marc zouden gaan opzoeken. Aangekomen in Sydney hadden we verwacht dat Marc met een spandoek klaar zou staan. Maar helaas, bij aankomst stond hij er niet, hij was 30 minuten te laat en had een ‘klein’ katertje. Kortom, er is nog niks veranderd. Wat hij wel had gedaan was een accommodatie regelen voor weinig. Ideaal! Allereerst zijn we natuurlijk de kroeg ingedoken om elkaar sterke verhalen en alle belevenissen te vertellen. Met ons drieën zijn we de volgende ochtend naar de Blue Mountains vertrokken. Hier waren wij al eerder geweest, alleen was het toen erg mistig. Zo hadden we een herkansing om de ‘Three Sisters’ te zien. Verder hebben we nog een track door de valley afgelegd. Skittered, om ‘t sa mar te sizzen.
Daarnaast zijn we nog met Marc met de ferry naar Manly Beach gegaan, waar we de hele dag op het strand hebben gelegen.
Naar 3 dagen was het tijd om afscheid te nemen van Marc en Sydney want er stond een vliegtuig op ons te wachten die ons naar Auckland (Nieuw-Zeeland) zou brengen. Waarover meer in ons volgende blog.

Oant sjen!
P.s. Het verslag heeft enige vertraging. Inmiddels zijn we al een week in Nieuw-Zeeland.