En nu is het dan echt tijd voor het laatste verslag van onze reis…
Na de wondere wereld in het uiterste noorden van het zuid eiland, waar we de zeehonden van dichtbij konden zien, vervolgden we ons reis richting Westport. Hier aangekomen scheen gelukkig de zon en gingen we op zoek naar de zeehondenkolonie, waar het dorpje bekend om staat. Uiteraard prachtig om te zien, maar we hadden ze die week al eerder van heel dichtbij gezien dus vonden wij het niet zo speciaal meer. We reden via een schitterende kustweg door naar Greymouth. Onderweg gingen we bij de Pancake Rocks aan. Deze stenen pannenkoeken komen voort uit afzettingen van over elkaar geschoven aardplaten. Een bijzonder natuurverschijnsel! Hadden we al gezegd dat er veel Aziaten waren in Nieuw-Zeeland? Nou, bij de Pancake rocks waren ze ook! Volgens mij hebben ze die pannenkoeken alleen maar door hun 5,5 inch scherm gezien. Bij Greymouth kampeerden we op een parkeerplaats, we stonden naast een Nederlands stel, Jessica en Luuk, geparkeerd. Een keer wat anders dan naast Duitsers! Al snel raakten we aan de praat en heel toevallig bleken ze in Groningen te wonen en te studeren. Als echte noorderlingen werd er even flink geconsumeerd. Nadat we door onze en hun biertjes heen waren, wilden we de pubs in Greymouth wel van hun drankvoorraad af helpen. Maar helaas, geen enkele pub was open en de lokale Indiër, voor enkele take-away biertjes, had genoeg verdiend die dag.
We hadden hoge verwachtingen van de volgende stops want hier zouden we de gletsjers kunnen bezichtigen. Helaas regende het en was het bewolkt. Toch probeerden we om naar de Franz Josef Gletsjer te lopen. Onderweg moesten we ook nog door ijskoud water met onze voeten, want er was geen brug. Aangekomen bij Franz zagen we helemaal niks en waren we al helemaal verregent, beetje jammer. Ondanks dat hebben we van de wandeling wel een aantal fraaie plaatjes. Tijdens deze wandeling kwamen we nog een Duits stel tegen die we tijdens ons werk bij de roadhouse ook al waren tegengekomen, hoe toevallig! De volgende dag hadden we een nieuwe kans, de Fox Gletsjer stond op het programma. Toen we wakker werden was het prachtig weer, dus vol goede moed zetten deze provinciaaltjes gang richting de Gletsjer. Maarrrrrrr.. De gletsjer was gesloten wegens werkzaamheden. Hoe zuur! We waren er goed flauw van en zijn meteen maar doorgereden naar Wanaka. Later hoorden we dat het weer volledig was omgeslagen en dat er zelfs mensen geëvacueerd zijn.
Wanaka is een echt wintersport dorp, hier voelden we ons daarom wel thuis. We hadden een hotel gevonden waar je voor een paar dollar mocht kamperen achter op het grasveld. Ideaal was dat het hotel een pub had want het regende, zodoende konden we de nodige koude biertjes nuttigen. De dag daarop was het gelukkig prachtig weer, waardoor we een tweetal hikes konden doen. Vooral onze laatste walk leverde een mooi plaatje op van Lake Wanaka. We besloten hierna om onze reis voort te zetten richting Queenstown. Een prachtige stad die gevestigd is aan het langste meer van het land. Tevens was het prachtig weer, wat hielp om de stad goed te bezichtigen. Wij hadden al de tip gekregen om een broodje hamburger te halen bij ‘Fergburger’, hier stond een wachtrij voor van 20 minuten! Na eindelijk ons broodje besteld te hebben, moesten we ook nog eens 20 minuten wachten tot de bestelling klaar was. Maar het was het waard, een enorm goede burger!
We hadden in Queenstown onze cruise in Milford Sound geboekt, om daar te komen passeerden we Te Anau. Eline wilde hier graag naar een dierenopvang waar we de Takahe vogel konden zien. Er leven in totaal maar 300 van deze vogels op aarde, wat het dus best bijzonder maakte om ze te spotten. Het was vanuit Te Anau nog een dikke 100 km naar Milford Sound. Milford Sound is een bekende toeristische trekpleister vanwege de fjorden. Ook staat het bekend dat het er veel regent, gemiddeld wel vier keer zoveel als in andere delen van het land. Zoals al gezegd hadden we een cruise geboekt, deze voer ons voor twee uren door de fjorden. Wij ervoeren dit als erg indrukwekkend Op onze weg terug naar Te Anau hebben we nog een aantal stops gemaakt bij watervallen en stroomversnellingen. Vanuit hier zetten we koers via de westkust naar Invercargill, in het zuiden. Onze grootste ergernis van de westkust waren de Sandflies. Ze lijken wel wat op neefjes, alleen hoor je ze niet maar de bultjes jeuken des te meer als je geprikt bent. Onze enkels zaten vol met bultjes!
Invercargill is de toegangspoort tot de streek ‘The Catlins’, maar voordat we hier heen zouden gaan bezochten we het plekje Gore. Deze plek ligt een uur landinwaarts. We hadden gehoord dat je hier kon vliegen in oude klassieke vliegtuigjes met open cabine. Dit leek ons wel wat! Het vliegveldje was zo gevonden en we konden direct vliegen! We kregen zo’n oude bruine leren jas aan en een mooie muts op, een prachtig gezicht. Tijdens onze vlucht hadden we uitzicht over het groene landschap wat omringt was door bergen, een plaatje hoor. Een hoogtepunt van onze trip.
De streek ‘The Catlins’ is de kustlijn die loopt van Invercagill tot Dunedin. Allereerst bezochten we Waipapa, hier konden we met een korte wandeling een vuurtoren bekijken. Ook zagen we de overblijfselen van een schip die hier op het rif was gestuit in 1884. Volgende halte was ‘Slope Point’, het meest zuidelijke punt van NZ. Leuk feitje is dat een wegwijzer aangeeft dat je 4803 km van de Zuidpool bent. Een stukje verder heb je de plek ‘Cannibal Bay’, hier hebben we de zeldzame Nieuw-Zeelandse zeeleeuw gespot. Deze waren een stukkie groter dan die we al hadden gezien. Er lagen een stuk of 20 van die dikkertjes te chillen op het strand. De laatste stop van ‘The Catlins’ was Nugget Point, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de kliffen en de rotsen in het water. Ook zouden we hier pinguïns kunnen spotten, nou na een half uur gewacht te hebben raakte ons geduld wel op met die beesten en zeiden we tabee. We hadden ergens gelezen dat we Paua schelpen konden vinden op het strand bij Nugget Point. Na een half uur gezocht te hebben hadden we welgeteld twee gevonden. Eén daarvan lag nog aardig diep in het water, waardoor Eline zich genoodzaakt voelde om de broek uit te doen en het water in te gaan. De dag erna vonden we trouwens een strand waar honderden van die Paua schelpen lagen, uiteindelijk hebben we de mooiste 33 uitgezocht en meegenomen.
Van Dunedin, de stad met Schotse roots, wisten we niet goed wat we moesten verwachten want de een vindt het de mooiste stad van NZ en de ander vindt het niet de moeite waard om te bezoeken. Nou, wij zitten hier een beetje tussen in. De stad heeft een aantal mooie alternatieve cafeetjes en een mooi winkelcentrum. Ook de markt die we bezochten, was de moeite waard. Wat we minder de moeite waard vonden was het museum die we bezocht hebben en ging over de geschiedenis van Dunedin. Ik denk dat we een recordje hebben neergezet met de bezoektijd. Op de camping stonden we naast twee Oostenrijkse meiden, deze zouden we later een aantal keer weer tegengekomen.
Vanuit Dunedin reden we noordwaarts, waarbij we bij een spot ‘Shag Point’ honderden zeehonden konden zien. We hadden al veel zeehonden gezien inmiddels, maar zoveel op één punt was wel bijzonder. Een populaire stop bij toeristen zijn de ‘Moeraki Boulders’. Dit zijn stenen bollen die aangespoeld zijn op het strand, ze zijn rond omdat ze een organische kern hebben en hierdoor rond ‘groeien’ (net als parels). Wij vonden het niet zo bijzonder maar de Aziaten wel, die blijkbaar met elke ronde steen op de foto moesten. Wat wij dan wel weer grappig vonden. Bij onze volgende stop in het stadje Oamaru zou je net als bij Nugget Point ook pinguïns kunnen spotten, maar ook hier hadden we geen geluk en geduld. Het dorpje was overigens wel bewonderenswaardig mooi, wat kwam door de architectuur van het het oude centrum.
Onze laatste kans om de gletsjers te bekijken was bij Mount Cook, zo’n twee uur rijden land inwaarts van Oamaru. Hier hadden we geluk met het weer, we konden in de stralende zon een aantal wandelingen maken die ons goede uitzichten gaven over de gletsjers. Na afloop van de hikes zaten we met een biertje voor ons huis (de campervan) te chillen en kregen we een klein beetje het Oostenrijk gevoel. Toevallig kwamen we op de camping de Oostenrijkse dames weer tegen, wat het gevoel helemaal compleet maakte.
Na deze hikes waren we wel toe aan een douche, daarom hadden voor in het volgende dorpje -Lake Tekapo- tickets bemachtigt voor de hot pools. Een spa met allemaal zwembaden met een temperatuur tussen de 36 en 40 graden. We arriveerden de volgende dag al vroeg in het dorp, voor ons gevoel te vroeg voor de pools, daarom besloten we om eerst een hike te doen. Deze hike leidde ons naar de top van Mount John waarop een restaurantje was, waar we een heerlijke warme choco hebben genuttigd.
We hadden van een andere backpacker gehoord dat Mt. Sunday, oftewel Mt. Erdoras, ook een bezoekje waard was. Voor de liefhebbers, dit is de hoofdstad van Lord of the Rings. We hebben de films niet gezien dus meer kunnen we jullie niet vertellen. Ondanks dat we de films niet gezien hebben, besloten we om het een bezoekje te brengen. Via een lange gravel road bereikten we ons doel. De hike was kort omdat het maar een klein bergje is, maar het uitzicht was magnifiek! Je had een 360 view over het landschap, een groene vlakte met beekjes omringd door (hoge) bergen.
De volgende dag werd één van de hoogtepunten van onze trip. We gingen raften op de Rangitata Gorge. Aangezien niemand van onze groep voorin durfde, besloten Eline en ik maar voorin te gaan. Na een korte training en wat oefenstroompjes van level 1 en 2, kwamen we al vrij snel bij level 3. Dit ging ons aardig af en de adrenaline begon al wat door ons bloed te stromen. En toen werd het tijd voor level 5…hier ging het maar net goed! We koersten recht op een steen af en het scheelde millimeters of we waren ondersteboven gegaan met de boot. Echt kicken! Helaas zijn we de usb met foto’s hiervan even kwijt maar wie weet vinden we deze nog en posten we ze alsnog!
Vanuit hier reden we naar Akaroa, een authentiek plekje. Op de camping hier kwamen we toevallig de Oostenrijkse dames weer tegen. Zij gingen de volgende dag een hike doen van 7 uren. Mij leek dit wel wat, maar ik moest Eline overtuigen. Dit is gelukkig gelukt. De hike was redelijk pittig maar uitzicht was schitterend over het dorpje, de natuur en de zee. We hadden nog een aantal dagen te gaan voordat we onze campervan moesten inleveren, daarom besloten we noordwaarts naar Kaikoura te rijden. We kampeerden aan het strand en konden vanuit onze stoelen dolfijnen zien springen in het water. We waren van plan om een korte hike te doen de volgende dag, maar dit viel letterlijk en figuurlijk in het water door het weer. Op een gegeven moment had ik de auto geparkeerd, regende het en besloten we een filmpje te kijken. Ik was vergeten om de lichten uit te doen, waardoor de accu van de auto leeg was op het moment dat we erachter kwamen. Gelukkig was er een vriendelijke Maleisische backpacker die ons uit de brand hielp. De dag erop was gelukkig stralend weer en konden we de hike doen. Voordat we dit deden gingen we naar een waterval en rivier die uitmondt in de zee, hier zagen we tientallen jonge zeehonden spelen. Heel bijzonder was dit omdat je niet vaak zo dichtbij komt en ze in zoetwater aan het spelen zijn. Vervolgens was het dan tijd voor de hike, jullie zullen er inmiddels wel moe van worden, maar ook deze hike leverde weer prachtige plaatjes op! Wat nog wel het vermelden waard is, is dat Eline per ongeluk de schuifdeur van de campervan wagenwijd had open laten staan met de telefoon en iPad vol in het zicht. Toen we twee uur later terugkwamen lag alles er nog! Er waren best veel toeristen, misschien is dat ons geluk geweest. Zou alles er nog liggen als dit in Nederland was gebeurd?
Vanuit hier reden we naar Hanmer Springs, wat weer landinwaarts ligt. De nacht was zo verschrikkelijk koud dat we amper een oog dicht hebben gedaan. Het was zo koud dat er zelfs ijspegels aan de watertaps zaten en er ijs op onze tafel lag. Overdag was het overigens weer stralend. Hanmer Springs staat bekend om de warme zwembaden. Hier hebben wij dan ook heerlijk een dagje ge-spaad in de warme baden, deze zijn tussen de 36 en 42 graden. Een aantal baden zijn gevuld met zwavel water, heet water wat uit de grond komt en stinkt naar rotte eieren.
Onze laatste dag met de campervan reden we naar Castle Rock. Een indrukwekkende lijmsteen formatie. Na een uurtje klimmen en klauteren hadden we hier ons nocht ook wel weer van en besloten we om naar Christchurch te gaan. Hier leverden we onze campervan in en namen we onze intrek in een hotel in het centrum van de stad. Na 1.5 maand slapen in de auto was het super fijn om weer op een normaal bed te slapen. We hadden het hotel voor drie dagen geboekt, hierdoor hadden we genoeg tijd om de stad te bezichtigen. Een bijzondere stad want doordat er een krachtige aardbeving is geweest in 2011 is er destijds veel verwoest en staat nu de hele stad in de steigers; wat de stad niet heel mooi maakt. Zo is men de winkelpanden nog aan het herbouwen en zijn deze winkels nu tijdelijk gevestigd in zeecontainers en is een oude kathedraal gedeeltelijk verwoest maar is er (nog) geen geld beschikbaar om dit te restaureren. Als afsluiter van onze tijd in Nieuw-Zeeland zijn we nog even heerlijk uit eten geweest en hebben we nog een aantal drankjes gedaan met de Oostenrijkse dames.
De laatste week van onze trip brachten we door in Sydney. Marc had bij het hotel waar hij stage loopt, hotel Boulevard, super luxe kamers geregeld met uitzicht op het Opera House en de Harbour Bridge. Ongekende luxe voor ons na weken in een busje te hebben geslapen. In Sydney zouden we ook mijn ouders weer zien, die de lange overtocht maakten om er zeker van te zijn dat we terug naar huis zouden komen. De vorige keer dat we Marc opzochten was hij te laat, nu was hij er meer dan een uur van te voren maar stond hij bij de verkeerde uitgang. Dit was gelukkig niet ver en zo konden we samen wachten op onze ouders. Ik denk dat Eline het zenuwachtigst was van ons, ze stuiterde alle kanten op. Het weerzien was leuk en voor sommigen (lees Dieneke) erg emotioneel. Het liep al tegen de avond toen we bij het hotel aankwamen, daarom besloten we om maar direct de kroeg in te duiken. De volgende dagen hebben we veel gewandeld door de stad, de ferry naar Manly genomen en de wandeling van Bondi Beach naar Coogee gedaan. Marc wist een aantal goede plekjes voor restaurants en kroegen, zodoende hebben we goed gedikdakt.
Voor de laatste dagen hadden we een auto gehuurd en zijn we afgezet naar de Blue Mountains. Wat voor ons de derde keer werd maar zeker niet minder mooi. We hebben een aantal andere uitzichtpunten opgezocht, wat toch weer prachtig was. Vanuit de Blue Mountains reden we naar Kangaroo Valley. Onderweg hebben we hier de Fitzroy Falls bezocht. Mijn ouders en Marc wilden, nu ze in Australië waren, de kangoeroe graag zien. Hiervoor moesten we naar de dierentuin. Deze kangoeroes waren tam, waardoor je ze kon aaien. Wat Arend niet durfde overigens. Bijzonder was om te zien hoe een baby kangoeroe in de buidel van zijn moeder zat. Dit hadden wij ook niet eerder gezien. Andere dieren die we daar gezien hebben zijn koala’s, buffels, krokodillen, apen, leeuwen, emoes, een casuaris en een python slang.
De laatste dag van onze trip was het Anzac Day, een herdenkingsdag van de slachtoffers die Australië en Nieuw-Zeeland hebben geleden in de eerste wereldoorlog. Het programma: ‘s ochtends is er een mars met oorlogsveteranen en daarna duikt iedereen de kroeg in. De mars hebben we gezien in het plekje Berry, een klein dorpje wat op onze terugweg naar Sydney lag. Na de auto te hebben ingeleverd hebben we met Marc zijn vrienden afgesproken in de kroeg en hebben we een aantal drankjes gedronken. Tegen het eind van de middag kwamen Tim en Teagan, onze vrienden die we ontmoet hebben tijdens ons werk in Darwin, ook nog afscheid van ons nemen. We zijn met iedereen uit eten geweest en hadden een prachtige laatste dag in Australië.
Het was tijd om naar huis te gaan, hoe jammer het ook is. We vlogen via Bangkok terug. Hier verbleven we een nacht, zodat de jetlag hopelijk minder is.
Inmiddels zijn we weer in het koude Nederland. We willen iedereen bedanken voor het lezen van onze blog en we hopen dat jullie hiervan genoten hebben.
Cheers,
Bas en Eline
P.s. nu zijn we druk opzoek naar een baan! Mocht je iets weten voor ons, zouden we het super vinden als je ons tipt. De gouden tip wordt uiteraard beloond!
You must be logged in to post a comment.